De ene vastgoedvennootschap is de andere niet…
Opdat een vennootschap kan genieten van het gunstregime bij schenking of vererving dient deze onder andere te voldoen aan de activiteitsvoorwaarde: de vennootschap moet een economische activiteit uitoefenen, met name een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of een vrij beroep, én deze economische activiteit moet bovendien reëel zijn. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben wanneer uit de jaarrekening van minstens één van de drie boekjaren voorafgaand aan de schenking of het overlijden cumulatief blijkt dat:
- de terreinen en gebouwen meer dan 50% uitmaken van het totaal actief
- én de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen maximaal 1,5% van de totale activa uitmaken.
Worden deze parameters overschreden, dan kan je in principe niet genieten van het gunstregime. Wel is het mogelijk om het tegenbewijs te leveren en aan te tonen dat de uitgeoefende activiteit reëel is.
De bedoeling van de decreetgever is steeds geweest om zuivere patrimoniumvennootschappen (die geen reële economische activiteit uitoefenen) van het gunstregime uit te sluiten. Vlabel heeft hierin steeds een strenge lijn gevolgd waardoor ook vennootschappen die wel degelijk een reële economische activiteit uitoefenen (maar ook eigenaar waren van (privaat) vastgoed), uit de boot konden vallen. Lees er hier meer over.
Vlabel heeft echter verschillende malen bot gevangen in de rechtbank en heeft zijn strenge interpretatie moeten bijstellen. Naar aanleiding van verschillende rechtspraak, kan geconcludeerd worden dat volgende vennootschappen met vastgoed alsnog in aanmerking kunnen komen voor het gunsttarief: